050 45 26 70 – Dringende hulp nodig, bel 112
×

Ablatie ventrikeltachycardie

Doel

Een ablatie is een behandeling om hartritmestoornissen te genezen. Vaak worden ritmestoornissen veroorzaakt door een soort van kortsluiting in het geleidingsweefsel van het hart. Bij ablatie worden de ‘foute’ elektrische prikkels geblokkeerd d.m.v. verhitting en vorming van littekenweefsel. Ablatie bij ventrikeltachycardie is bij 90% van de patiënten succesvol.

Verloop

Indien er geen recent laboresultaat van u voorhanden is, kan er voordien bloed afgenomen worden. Er wordt ook een infuus aangelegd in uw arm zodat er indien nodig medicatie toegediend kan worden tijdens de ingreep. Om uw hartritme op te volgen, worden er elektroden op uw borst gekleefd. In de lies wordt een huidzone van 5 op 5 cm geschoren en ontsmet, hierrond worden steriele lakens gekleefd.

De lies wordt plaatselijk verdoofd en ader en slagader worden aangeprikt. Langs deze aders worden elektrische katheters tot in het hart geschoven. De katheters zijn voor de artsen zichtbaar op beeld via röntgenbeelden. De littekens van de hartspier en de geleidingsbanen worden bepaald met CARTO ®-beeldvorming (3D).

Bevindt de stoornis zich aan de binnenzijde, worden de geleidingsbanen via de lieskatheter uitgeschakeld. In sommige gevallen wordt de ventrikeltachycardie echter veroorzaakt aan de buitenzijde van het hart. In zulk geval wordt de ritmestoornis gezocht door het hartzakje aan te prikken onder het borstbeen. Vervolgens wordt er een katheter in het hartzakje geschoven en wordt de oorzaak van de stoornis weggenomen door de geleidingsbanen uit te schakelen waar de stoornis zich bevindt.

U dient nuchter te zijn voor deze ingreep. Bespreek uw medicatie op voorhand met uw arts. De ingreep duurt enkele uren en kan zowel onder plaatselijke als algemene verdoving uitgevoerd worden.

Revalidatie

De behandeling houdt weinig risico in. Er kan een bloeduitstorting ontstaan in de lies, maar dat proberen we te vermijden a.d.h.v. een stevig drukverband. U moet ook 8 tot 24 u. in bed blijven liggen. Om een infectie te voorkomen, mag u niet baden de eerste twee dagen na de ingreep. U mag wel douchen. Zware fysieke inspanningen of arbeid worden afgeraden tot een week na de ingreep.