050 45 26 70 – Dringende hulp nodig, bel 112
×

Reanimeren kan je leren: alles is beter dan niets

In eerste instantie werd de leerlingen bijgebracht hoe ze een hartfalen kunnen herkennen. Kort: de persoon in kwestie valt bewusteloos neer en ademt niet meer. Als omstaander is het dan een kwestie van snel en adequaat te handelen. “Als je bij een hartstilstand 5 à 6 minuten gewoon niets doet, in afwachting van de hulpdiensten, is de kans dat de patiënt het er leven vanaf brengt eigenlijk maar 5 op 100”, stelt Vandekerckhove, “de kans dat je het slechter doet dan dat is eigenlijk niet bestaande. Met andere woorden: je kan geen kwaad doen. Al wat je doet, is goed”, vult de cardioloog verder aan. Het droomscenario van elke cardioloog gaat als volgt: een omstaander of aanwezige belt de 112, start de hartmassage en gebruikt hierbij eventueel de AED (Automatische Externe Defibrillator) als die aanwezig is.

Dat snel ingrijpen bij hartfalen belangrijk is, weet ook leerling Niels Van Loo. Hij heeft zelf al enige tijd een pacemaker en vindt het natuurlijk erg belangrijk dat iedereen, ook zijn medeleerlingen, weten hoe men iemand met een hartinfarct erbovenop kan helpen. Cardiologen dringen er dan ook al jaren op aan om reanimatietechnieken op te nemen in de eindtermen van het secundair onderwijs.

Meer en meer mensen zien ook het nut in van een cursus reanimatietechnieken. En dat heeft een positief effect op de overlevingskans, stelt cardioloog Vandekerckhove van het AZ Sint-Jan in Brugge. Hij ziet op de spoedafdeling meer en meer mensen binnenkomen waarbij de reanimatie reeds gestart is door een familielid of omstaander. De reanimatiecursus in het Sint-Xaverius is meteen ook de aankondiging voor de Week van het Hartritme die tussen 17 en 21 juni plaatsvindt. Onder het motto verlies de maat niet vindt de bewustmakingscampagne voor de tiende keer plaats.